Posts

Verhaal. Honderd woorden

De waarheid is er. Verborgen in een verhaal. Fictie poetst de feiten. Ik kan zonder jou. Jij beter zonder mij. Zoiets maakt echter, geen mooi verhaal. Want sprookjes bestaan. Ze claimen moraal. Boodschappen verpakt, theatraal. Blijven hangen, terwijl we vooruit willen gaan. Dus ook zonder draken, prinsen en schone slaapsters zoek ik om wie jij bent, hoe ik denk, samen te voegen tot een magisch verhaal. Want in ons schuilt een waarheid. Terwijl we niet durven schrijven, eenmaal bang voor ieders verhaal. De appel te giftig. De prins te flauw. Het sprookje onmachtig. “Er was eens.” En dan, einde verhaal?

Plicht. Honderd woorden

Hoe ver rek je burgerlijke ongehoorzaamheid? De rush verplicht ons te vloeken als er wordt gedanst op een zebrapad.  Schakel naar neutraal. Zet de motor uit. Grijp naar het portier. Open de deur. Sla die vrolijk dicht. Huppel. En dans mee. Een simpel devies.  We vluchten van hier naar daar. Grijpen geld. Om in het weekend te doen wat wordt verwacht. Verschonen luiers en leren ze hetzelfde aan. We zijn moe. Blijven produceren. Laat ons pissen in een fontein. Dansen op straat. Zingen in de nacht. Laat ons vloeken. Harten stelen. Appels plukken van de bomen. Voorwaar, onze burgerlijke plicht.

Lees. Honderd woorden

Ik stotter nog wat. Het ene idee bumpert aan het ander. De schrijfkramp. Onderhands snap je het wel. Vlot gaat het niet. Maar het komt. De woordenbrij. De doorzetting. De gedachte. Het is nog geen mousseline. Eerder brokjespap. Lekker is het wel. Je moet door de textuur kijken. Proeven met je ogen dicht. En dan geniet je. En dat dan weer doet mij genieten. Een schrijver zonder lezer is even erg als een auteur zonder woorden. Dag toehoorder. Lees me. Hoor me. Een schrijver zonder publiek is als een reporter zonder verhaal. Dat hoort niet. Lees me. Schrijf me niet.

Hier. Honderd woorden

Hier. Het kind herkent de tekening. Haar gekunstel van een lachend meisje en een blonde vrouw. De lamp. De kast. Ze voelt het niet. Ze ziet de plant, het boek, de kleine bureautafel. De vorm is anders. De zon komt op. Niet meer door het grote raam. De geur van marsepein hangt niet langer in de gordijnen. Haar kamer is nu kleiner. Groener. De barbies onvindbaar. Haar kleren snel in een simpele kast gepropt. Vanop het bed speurt ze naar de zwarte vlek op het plafond. Ze zoekt. Tevergeefs. Ze zal de lach van haar moeder nooit nog vinden. Hier.

Soms. Honderd woorden

Soms overvalt het je. Soms draal je er even rond. Soms twijfel je.  Soms raakt het je. Onmiddellijk. Of soms besef je het pas eens het te laat is.  Eros is een schutter. Jaagt wanneer ie wil. Houdt geen rekening. Niet met jou. Niet met wat anderen denken. Niet met wat je er vervolgens mee kan doen. Het raakt je. Kraakt je. Je wil het niet. Het is er. Het blijft. Of slijt. Nu nog niet.  Het is er. Het blijft. En ook al kan het niet. Het moet.  Soms kruipen gedachten. Soms danst de toekomst. Soms moet je springen.

Noodstop. Honderd Woorden

Ik heb me heel lang niet uitgeschakeld. Holde van her naar der. Nam opdrachten aan en ging weinig uit de weg. Dat doet je hart niet denken. Dat zorgt dat je niet stilstaat. En maar goed ook. Tot dat moment. Dat iets klein veel te zwaar doorweegt. Je even terugschakelt. En alle ballast wervel na wervel kapot drukt.  Tot je niets meer kan. Of toch denkt dat je niets kan. Niets waard bent. Alles fout doet. De berg waar je dacht op te staan een krater lijkt. En ondanks de steun, je op niemand leunt. Dan stopt het. Stop ik. 

Niet. Honderd woorden

Je kan wel zeggen dat ik het met woorden kan redden.  Dat tederheid rust brengt. Dat humor kalmeert.  Je wil toch tegen de muur geknald worden. We streven elk naar gevaar. Daar rust het avontuur. Niemand wil rust.  Ik probeer. Ik tracht. Ik wacht. Niet lang. Niet langer. Voor ik het weet rust ik weer in die hoek. Als een hond. Tam. Gericht. Tot jij beslist dat wandelen kan. Dan stap ik.  Terwijl ik moet roepen. Trekken. Sleuren. Dat doe ik niet. Ondertussen vraag ik mezelf af, waarom. Waarom niet. Als dit is wat je wil. Ben ik het niet.